Op 18 maart 2019 heb ik een rechtszaak bijgewoond over een verdachte die verdacht werd van het zich onrechtmatig toe-eigenen van lood van het dak van een bedrijf. Wegens privacy redenen noem ik de verdachte, het bedrijf en de getuigen niet bij naam.

Bij de rechtszaak waren ook de advocaat van de verdachte, de Officier van Justitie, de politierechter, een griffier, de crew van 'Voor de Rechter' en een paar klasgenoten met mij aanwezig, die ik om privacy redenen geen van allen bij naam ga noemen.

 

De aanklacht.

Overdag, rond 14.00u, is de verdachte op heterdaad betrapt op het bestelen van een bedrijf van hun lood van de daken. De verdachte zou door een voorbijganger gezien zijn terwijl hij het dak op aan het klimmen was. Deze getuige heeft dit alles gefilmd en is even later overgedragen aan de politie. Bij de politie is de verdachte door drie verschillende agenten geïdentificeerd als zijnde de dader.

De verdachte blijft echter ontkennen dat hij van de daken gestolen heeft en houdt zijn poot stijf. De rechter geeft niet in en vertelt hem dat hij de dader is, hoe hij het ziet.

 

De eis.

Ook de Officier van Justitie was zeker dat de verdachte ook de dader was en twijfelde geen moment aan de verklaring van de drie agenten die de verdachte herkend hebben als zijnde de dader uit het filmpje. De rechter was het met haar eens de verdachte schuldig te bevinden, wat zij even later ook zo uitsprak. Echter was een juiste maatregel iets lastiger om te vinden tegen de verdachte.

De verdachte had eerder namelijk al een ISD maatregel opgelegd gekregen, wat inhoudt dat meerderjarige veelplegers hier voor maximaal twee jaar gevangen gehouden kunnen worden (Inrichting voor Stelselmatige Daders).

De verdachte is ook verslaafd aan heroïne en krijgt in zijn behandeling hier medicinale heroïne voor.

Om ervoor te zorgen dat de verdachte zijn oude leventje als crimineel niet weer oppakt, besloot de Officier van Justitie dat hij niet in het gevang gegooid moet worden, maar een straf moet krijgen die de verdachte ook helpt, zodat hij niet hoeft te stoppen met zijn ISD maatregel.

De verdachte had voor deze rechtszaak al 33 dagen in voorlopige hechtenis gezeten. De schuldeis was dan ook twee maanden celstraf, waarvan 27 dagen voorwaardelijk (60-27=33) en een verlenging op de al eerder opgelegde voorwaardelijke straffen met bijzondere voorwaarden (die ook al eerder opgelegd waren).

 

Het vonnis.

De rechter was het eens met de Officier van Justitie dat de verdachte niet moest wijken van zijn ISD maatregel en besloot ook rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Zoals eerder al gezegd verklaarde de rechter de verdachte als schuldig bevonden en legde de straf op die de Officier van Justitie geëist had. 

 

Mijn mening.

Ik vond dat de rechter en Officier van Justitie erg goed rekening gehouden hebben met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar tijdens de rechtszaak werd tussen de woorden van de Officier van Justitie in vermeld dat de verdachte al vaker dit vergrijp had gepleegd. Volgens de advocaat van de verdachte was hij zo goed bezig tijdens de ISD maatregel, maar hier bleek dus niks van uit zijn daden. Dit vond ik erg gek en had hier graag meer informatie over willen hebben, omdat hij dan wat mij betreft een zwaardere sanctie opgelegd mocht krijgen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb